Zorgcontracten leveren opnieuw veel problemen op
12-03-2013
12-03-2013
Zorgverzekeraars CZ en Menzis zetten in op nul procent groei voor de vrijgevestigden in de curatieve GGZ, terwijl in het bestuurlijk akkoord van verzekeraars, zorgaanbieders en het ministerie van VWS een volumegroei van 2,5 procent is afgesproken.
De zorgverzekeraars beargumenteren deze keuze met de extra kosten die ze lastig kunnen beïnvloeden, waaronder die van restitutie. Dat zijn declaraties van verzekerden die een niet-gecontracteerde behandelaar bezoeken. Verzekeraars zijn verplicht die rekeningen te betalen. Ook de GGZ instellingen krijgen te maken met een nullijn.
De minister heeft op 28 februari gereageerd op schriftelijke Kamervragen over de nullijn. Zij schrijft onder meer: 'Ik zie en verwacht geen negatieve gevolgen voor de kwaliteit van de patiëntenzorg. De partijen die het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 hebben ondertekend, onderschrijven het akkoord nog steeds en onderschrijven daarmee dus ook, dat het daar afgesproken beschikbare macrobudgettaire kader voldoende is om de benodigde GGZ op een adequate wijze te leveren. De zorgplicht van verzekeraars maakt dat verzekeraars verplicht zijn ook voldoende zorg in te kopen. De NZa houdt daar toezicht op. Omdat de uitgavenontwikkeling over 2012 nog onzeker is, hebben sommige verzekeraars ervoor gekozen om bij hun zorginkoop vooralsnog gemiddeld voor 2013 de nullijn te hanteren en dus uit te gaan van uitgaven over 2012 met 0% groei (omdat bij uitgaan van 2,5% uitgavengroei een eventuele overschrijding in 2012 door zou kunnen werken naar 2013 en dat is ongewenst). Verzekeraars sluiten niet uit dat er later in het jaar nog ruimte komt voor aanvullende afspraken. Het afgesproken macrobudgettaire kader blijft daarbij onverminderd van kracht. Verzekeraars zijn vrij om bij hun zorginkoop de bovengenoemde insteek te kiezen, mits zij kunnen blijven voldoen aan hun zorgplicht. Daarnaast betekent het feit dat het macrokader 2013 2,5% hoger ligt dan het macrokader 2012 niet, dat elke individuele aanbieder 2,5% groei geboden moet worden. Sommige aanbieders kunnen wellicht harder groeien dan 2,5%, andere krijgen wellicht 0% groei en weer andere aanbieders krijgen wellicht een negatieve groei. Daarnaast zijn de onderhandelingen in de GGZ-sector nog gaande en de uitkomsten van de onderhandelingen zijn dus nog niet bekend. Verder toets ik na afloop van het jaar of de macrouitgavenontwikkeling in de sector binnen de afgesproken kaders is gebleven. Als er lopende het jaar al signalen zijn dat het macrokader wordt / dreigt te worden overschreden dan spreek ik – conform de afspraken hierover in het Bestuurlijk Akkoord – verzekeraars en aanbieders daarop aan.'
Zorgverzekeraar CZ heeft zorgaanbieders pas onlangs het contract voor 2013 aangeboden, zodat noch de vrijgevestigde behandelaar, noch diens cliënten in de gelegenheid zijn gesteld zich hierop voor te bereiden. Cliënten konden daardoor niet meer kiezen voor een andere zorgverzekeraar. Men krijgt ofwel geen contract (meer), of een zeer laag omzetplafond, waardoor men een (vervolg)behandeling niet kan afronden. De cliënt moet op zoek naar een andere behandelaar, terwijl de match met de behandelaar één van de meest cruciale elementen is in de therapie. De NVVP acht dit dan ook geen juiste invulling van de zorgplicht van de zorgverzekeraar.
De NVVP heeft een appèl gedaan op CZ om in ieder geval de sluitingstermijn van het contract te verlengen tot na 1 maart, zodat leden de gelegenheid krijgen om de financiële gevolgen voor hun praktijk te kunnen inschatten. CZ heeft hier inmiddels gehoor aan gegeven en heeft alle potentiële contractanten een e-mail gestuurd over de verruiming van de reactietermijn van 1 naar 15 maart.
In het spoedoverleg dat eind februari met CZ heeft plaatsgevonden is verder een aantal belangrijke zaken besproken. CZ heeft de NVVP te kennen gegeven goed te willen luisteren naar de geluiden van de NVVP-leden en deze contracteringsronde te zien als een proces, waarbij het eerste bod is gedaan door de behandelaars, en CZ vervolgens een tegenbod heeft gedaan. Hierop kunnen therapeuten vervolgens weer reageren met een onderbouwing van de getallen. CZ heeft hiervoor een helpdesk ingericht: cz.controle.contractGGZ@cz.nl.
De NVVP heeft hierop ingebracht dat het tegenbod van CZ in een groot aantal gevallen leidt tot situaties waarin therapeuten geen vervolg-DBC’s meer kunnen openen binnen het beschikbare omzetplafond, waardoor de behandeling moet worden afgebroken. CZ geeft aan bereid te zijn tot het leveren van maatwerk, mits – en dat is voor CZ van groot belang- de behandelaar een en ander met getallen kan onderbouwen. In het kader van verwachtingenmanagement tekent CZ hierbij wel aan binnen het beschikbare budgettaire kader te moeten contracteren.
Verder gaf CZ te kennen dat iedereen die in 2012 een contract had, ook in 2013 een contract krijgt aangeboden. Voor starters is het verkrijgen van een contract helaas iets minder vanzelfsprekend; de NVVP heeft er bij CZ wel voor gepleit deze groep zorgaanbieders een kans te geven toe te treden tot de zorgmarkt.
Het geluid dat werkzaamheden anders dan GGZ (bijvoorbeeld coaching) niet op dezelfde locatie mogen worden aangeboden, is door CZ ontkent. Indien dit wel het geval blijkt te zijn, dan kunt u dit bij de NVVP kenbaar maken.
De NVVP heeft CZ tevens aangesproken op het geluid dat een vrijgevestigde solopraktijk geen opleidingspraktijk zou mogen zijn. Ook dit is teruggenomen door CZ. Verder is het ook mogelijk op meerdere adressen (maximaal drie) GGZ-werkzaamheden uit te voeren.
De NVVP wijst erop dat cliënten kunnen worden gewezen op hun ‘marktpositie’ door van hun kant te protesteren tegen het inkoopbeleid van hun zorgverzekeraar. Dat kan via een melding bij de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) of via cliëntenrechten.nl.
Bron: NVVP